La plonge betekent niets meer of minder dan de spoelkeuken van een eetgelegenheid. |
Gisteren was er kaas. Als in; kaas en aardappelen, kaas met vis -aan de geur te ruiken sardientjes uit blik-, kaas met veldsla, kaas dus. Kaas die fungeert als stopmiddel voor de gaten in schuimspaan en vergiet. Kaas dat aanbakt in schalen en pannen, al zijn het professionele dingen. Kaas in sliertjes, kaas met groene spikkels selderij, kaas als laagje op schijf aardappel, kaas als vloeibare substantie, kaas. Zie dat maar eens af te wassen.
Iedere dinsdag tot einde september heb ik la Directrice beloofd een extra werkdag op me te nemen naast alle weekenden het schoonmaken van de gastverblijven, bar, salle d'animation, receptie, sanitair, kantoren en bibliotheek.
Na een 'formation' van nog geen 30 minuten in informele sfeer door de geliefde Kathy, zoek ik mijn weg tussen de vuile vaat uit de keuken en het restaurant, de directe collega's die ik er opeens bij heb en de routine van een restaurant in een vakantiedorp met toch de ouderwetse conservatieve nationalistische PTT-inslag nog in alles zichtbaar en voelbaar.
(Altijd al gefascineerd geweest door Rood, als in China en Rusland, Oostblok, als kind van de koude oorlog.)
Omdat ik van ons cottage in Frankrijk in het begin echt vies was, het leven IN het bos wil ook zeggen dat het bos IN je huis en bijgebouwen huist en dus 'hygiene' een heel andere betekenis krijgt, kijk ik anders tegen eetgelegenheden aan.
Ook heb ik een blauwe maandag in de spoelkeuken van een ziekenhuis gewerkt en vond het toen al leuk. Wat was ik? 17 jaar, 18 misschien?
Drie shifts van 2,5 uur, met een keer anderhalf uur pauze (te kort om naar huis te gaan) en 's middags 4,5 uur pauze voor de avonddienst om half 8 begint. Meestal blijf ik 'boven' in de Landrover. (Heen en weer naar huis kost me minimaal 6 euro aan diesel) Ik lees wat, doe een dutje, maak koffie, ga tanken of anderszins de garage laten weten dat ik de meest trouwe klant ben, zoek vrienden op om me daar te 'repozen' (wat te rusten, lesje Frans, drankje, hapje) en verwerk de wekelijkse beslommeringen.
Ik heb mijn eigen eilandje van een kleine 5 bij 4 meter. Terug te komen op hygiëne; ik vind het er de eerste dinsdag ronduit smerig. In die hoeken onder de wasstraat-voor-servies, de muren, de vloer, de putjes. Maar voor alsnog een mening, wat weet ik nou van professionele keukenhygiëne?
Ik ontwikkel deze dinsdagen mijn routine en laat geen minuut onbenut om oud vuil eens weg te boenen. Zo beland ik in hoeken die een hygiëne-controle niet zullen doorstaan en het restaurant van het dorp zal doen sluiten. De eenvoudige slungel die de spoelkeuken 4 dagen per week draait kreeg op z'n kop omdat ik dezelfde maniertjes heb als Kathy die ook altijd loopt te klagen over de vettigheid op de vloer, de scherven onder de wasstraat geschopt en de spinazie als decoratie aan de muren. Ik uit me in het Frans voor zover ik kan, want ik wil niet letterlijk op mijn bek gaan doordat de vloer ingesmeerd lijkt met olie. Sorry Slungel!
Hamid en Pierre zijn geschikte koks en moesten even aan me wennen. Het gemak waarmee Kathy en ik met elkaar omgaan laat hen snel omslaan. Zo leer ik dat Valerie de bijnaam 'der alte hexe' en 'sorcière' heeft, omdat ze als planner en vliegende kiep-van-het-kader zo haar maniertjes heeft iedereen op scherp te houden. Niks mis mee, maar wie de bal kaatst moet hem terug verwachten. Bijzonder voor mij ben ik getuige van wat openlijke conflicten. Helaas etteren ze nogal lang verder.
(Is me al eerder opgevallen; Als er een conflict is vecht je het ter plekke verbaal uit, gepaard gaande van veel gearticuleerd non-verbaal onmachtsvertoon. Maar normaal trek je elkaar daarna de kroeg in en is de lucht geklaard. In dit geval zeurt het al een week of 2.)
Tussen het gekonkel door zwoeg ik me met plezier, drie keer twee en een half uur, door honderden borden, kommen, tientallen schalen en pannen, vlijmscherpe messen en aangekoekte klutsers heen. Ik heb er lol in en kijk altijd uit naar die dinsdag.
Ik loop niemand in de weg, weet dat ik mezelf wel zoet kan houden en anders verzinnen de koks wel wat dat gedaan kan worden.
Het gezelschap is kleurrijk. Hamid vindt dat ik veel moet eten en zet me van alles voor, want ik ben veels te mager, vindt hij. Pierre is een goedzak die zich te makkelijk laat koeioneren, de bril met dikke glazen vergroten zijn ogen waardoor de man nog liever lijkt. Die uitstekende pacemaker zit er echt niet voor niets. Valerie is wel een vinnige, ook mijn alarm gaat snel af bij de krasse knar met doorgerookt stemmetje. Guy is een ander verhaal. Hij zou een oude bootvluchteling kunnen zijn die het allemaal zelf voor elkaar heeft gebokst tot bijna geaccepteerd Frans staatsburger. Hij praat niet. Zegt hallo -de 3 kussen laat hij achterwege-, bedient de mensen, werkt altijd als laatste door, vraagt wat hij nodig heeft, maakt geen oogcontact en ziet er altijd hetzelfde uit. De prachtige bijna zwarte huid steekt af tegen het keurig gestreken witte overhemd, alsof er stijfsel in het boordje zit. De vouw in de zwarte broek is scherp, de schoenen glanzen en dan het uiterst beleefde van zijn omgang met gasten en collega's. Op een dwingende manier lijkt hij zich te laten zien door zijn werk te zijn in plaats van te doen.
Moe ben ik altijd als ik na half 11 's avonds thuis kom. Meestal zet ik de bakken en zakken met 'restjes' in de koelkast, als het erin past, om de dag erop in te vriezen. Ik heb een hekel aan afval. Nu staat er een flinke schaal met fouace op tafel. Komt goed uit, we hebben vrienden over de vloer. De Franse cake is wel droog, jam en slagroom doen wonderen. Ik denk dat Hamid gelijk gaat krijgen. Dat ik einde van het seizoen een maatje meer zal hebben ondanks het harde werken.
wordt vervolgd